Raku

Racu is een japanse stooktechniek .  Dit is een oeroude techniek waarbij de keramiekpotten of keramiekschalen na de ruwbak (= eerste bak), geglazuurd worden en in een gosoven wordt gebakken tot 1000 à 1100°C.
Als de temperatuur bereikt is worden de potten uit de hete oven genomen met een grijptang en onmiddelijk daarna in een rookketel gebracht. die rookketel is een ijzeren ton met een deksel opgezet zodat er geen zuurstof meer is en de vlammen verdwijnen.  Er ontstaat een inorme rook.
De potten blijven daar een tijdje inliggen zodat ze er helemaal zwartgerookt uitkomen.
Na het inroken worden de potten uit de rookketel genomen en met een spons en water afgeschrobd zodat de fantastische kleuten van de glazuur vrijkomen.
Het effekt van raku-bakken is dus de craquelé op de pot. Door de plotse afkoeling of termische schoque (1100°C in de oven, naar de gewone temperatuur ) zal de glazuur barsten. (craquelé)
Bij het inroken (in de rookton met zagemeel), zal de zwarte rook zich in die barstjes vastzetten en dit geeft juist dit mooi en enig effect.
Het is een onvoorspelbare techniek die steeds voor heel mooie verrassingen zorgt, wat juist zo boeiend is.

Deze techniek wordt door vele kunstenaars gebruikt.